Zwarte Mulder


Zwarte Mulder was een begrip bij de gestichtswacht. 

Hij wordt ook genoemd in een boek  "Korban" (verhaal van een Molukse activist).

Uitspraak Rechtbank Utrecht (pres.) 8 april 1999

Belediging, vrijheid van meningsuiting, waardeoordelen, feitelijk onderbouwde/feitelijk aannemelijk gemaakte berichtgeving.

 

instantie: Rechtbank Utrecht (pres.)

datum: 08-04-1999

partijen: M. Mulder/C. Thenu, Uitgeverij De Arbeiderspers B.V., Hazewinkel Pers B.V.

medium: boek Korban, het verhaal van een Molukse activist, de Drentse- en Asser Courant en het Gronings Dagblad

 

Samenvatting:

In een boek bekritiseert Thenu, één van de gijzelnemers tijdens de treinkaping bij Wijster in 1975, de behandeling van gedetineerden in gevangenissen in Veenhuizen. Mulder wordt daarbij getypeerd als ‘Zwarte Mulder’ en de ‘Beul van Veenhuizen’. In de Drentse- en Asser Courant en het Gronings Dagblad is aandacht besteed aan deze kritiek. Gedaagden hebben volgens de rechter niet onrechtmatig gehandeld jegens Mulder. Doorslaggevend is dat voldoende aannemelijk is dat de kritiek van Thenu, zowel in het boek als in de krantenpublicaties, juist is. De typeringen van Mulder acht de rechter niet onnodig grievend. Mulder stond in het algemeen bekend als de ‘Zwarte Mulder’ vanwege zijn zwarte haar en het gebruik van het woord beul is volgens de rechter gezien de feiten te begrijpen. Voor het overige worden de door Thenu gebruikte bewoordingen naar het oordeel van de president in voldoende mate gerechtvaardigd door de feiten en zijn deze niet onnodig grievend, insinuerend of kwaadaardig. De vorderingen worden afgewezen.

 

Uitspraak

Rechtbank Utrecht (pres.) 8 april 1999 

Vonnis in kort geding in de zaak van:  Marten Mulder, wonende te Oosterwolde, gemeente Oostellingwerf, 

eiser, procureur: mr. R. Moskowicz, advocaat: mr. A.R. Oosthout te Nieuwegein, 

 

- ‘In het cellengebouw maakte ik kennis met het hoofd, dat ‘zwarte’ Mulder werd genoemd. Hij deed me denken aan een jachtopziener. Het was een grote robuuste vent. Een zwaar montuur met dikke brillenglazen en een plat Drents accent maakten hem weerzinwekkend. Hij had een arrogante houding en straalde uit, dan niets en niemand om hem heen kon. Ik zou hem later leren kennen als de beul van Veenhuizen. Hij liet geen enkele gelegenheid voorbijgaan om zijn machtspositie te tonen.’ (p. 125-126) 

- ‘Tijdens een van deze wandelingen hoorde ik dat wij waarschijnlijk levenslang zouden krijgen. Het commentaar van een van de bewakers was dat hij vurig hoopte dat dit zou gebeuren. Ik vroeg hem waarom hij er de straat niet voor opging. Hij reageerde door er direct met zijn gummiknuppel op los te slaan. 

 

De pesterijen begonnen. Bij elke wandeling werden kleinzielige opmerkingen gemaakt door bewaarders. Op een keer werd ik bekogeld met sinaasappelschillen. Hierbinnen was ik volledig overgeleverd aan hun macht.’(p. 126) 

- ‘Een bewaker kwam vragen wat de tekening betekende. Ik vond het een overspannen reactie en zie dat hij dat maar aan de recherche moest vragen. Nog geen halfuur later kwamen vier bewakers die hetzelfde wilden weten. Aangezien zij niets te maken hadden met mijn verhoor gaf ik hetzelfde antwoord als ik aan hun collega had gegeven. Maar de tekening was binnen de muren gemaakt dus was het hun zaak. Ze zouden achterhalen wat het te betekenen had en indien nodig gebruikmaken van hun eigen methode. Ze vertrokken om de volgende dag terug te komen met ‘zwarte’ Mulder.

 

De pressie begon weer van voor af aan. Met de tekening in zijn rechterhand vroeg Mulder wat dit te betekenen had. Ik vertikte het om me te laten intimideren door zo’n zwaargewicht. Voordat ik het wist greep hij me bij mijn nek vast en tilde hij me van de grond. Ik kreeg bijna geen lucht meer en gaf hem een trap waarop hij me losliet. In het bijzijn van drie bewakers werd ik net zo lang geslagen tot ik het bewustzijn verloor. Er werd een arts bij gehaald om me te onderzoeken ik weer bijkwam. Deze ervaringen zetten de toon voor de wijze waarop ik mijn verdere straf zou uitzitten.’ (p. 126-127) 

- ‘We keken elkaar aan, een oogopslag was voldoende om het te begrijpen. Het maakte niet uit of aan het licht zou komen welke praktijken men erop nahield in de strafinrichting van Veenhuizen.

 

In het cellengebouw was je nu eenmaal overgeleverd aan de machtsverhoudingen daar en aan de regels die alleen binnen die muren golden. Het enige dat telde was er voor te zorgen er niet aan onderdoor te gaan en de zaken op een rijtje te houden. Men kon daar van alles met je uithalen. Het enige ongrijpbare was je geest. Dit hield ik me steeds voor om opgewassen te zijn tegen de intimidatie en pesterijen van bewakers en vooral tegen Mulder.’ (p. 129) 

- ‘Wanneer het volume van de radio op zijn hoogst werd gezet, wist ik hoe laat het was. Ik ging dan altijd met mijn oor tegen de deur staan om iets op te kunnen vangen. Over het lawaai van de radio heen hoorde je het geschreeuw van een medegedetineerde die door Mulder onder handen werd genomen. Mulder was berucht geworden door de ervaringen van gedetineerden die met een gummiknuppel in de anus waren bewerkt en door hem geslagen werden tot zij het bewustzijn verloren’. (p. 154) 

 

2.2 In de Drentse Coutant en het Groninger Dagblad van 3 december 1998 is een artikel opgenomen, hierna te noemen: het krantenartikel, met de volgende inhoud: ‘Ernstige kritiek op gevangenis 

EX-KAPER THENU: BEUL VAN VEENHUIZEN SLOEG ONS IN ELKAAR 

In het boek Korban het verhaal van een Molukse activist wordt ernstige kritiek geuit op de behandelingen van gedetineerden in de gevangenissen in Veenhuizen. Ex-treinkaper Cornelis Thenu beschrijft hoe hij vrij kort na zijn veroordeling in maart 1976 in het cellengebouw De Rode Pannen in Veenhuizen door een bewaker met een gummiknuppel in elkaar geslagen werd. In het bijzijn van drie bewaarders zegt hij net zo lang geslagen te zijn tot hij het bewustzijn verloor. Thenu omschrijft de dader als ‘zwarte Mulder’ of ‘de beul van Veenhuizen’. Volgens Thenu heeft deze man regelmatig huis gehouden onder gedetineerden en is zijn ervaring beslist geen uitzondering. 

 

RADIO 

“Het was heel gewoon. Wanneer het volume van de radio op zijn hoogst werd gezet, wist ik hoe laat het was. Ik ging dan altijd met mijn oor tegen de deur staan om iets op te kunnen vangen. Over het lawaai van de radio heen hoorde je het geschreeuw van een medegedetineerde die door Mulder onder handen werd genomen. Mulder was berucht geworden door de ervaringen van gedetineerden die met een gummiknuppel in de anus waren bewerkt en door hem geslagen werden tot zij het bewustzijn verloren.” 

 

HERKENNEN 

Woordvoerder Kok van het ministerie van justitie zegt “een situatie als Thenu omschrijft niet te herkennen. Ik kan er in feite geen zinnig woord over zeggen. Het is meer dan twintig jaar geleden.” Justitie stelt nog pogingen in het werk uit te zoeken of er destijds aangifte is gedaan.’ 

 

2.3 Door Thenu is onder andere een verklaring overgelegd van de heer L. van Stralen. Deze verklaring luidt –voorzover hier relevant– als volgt: ‘Ik heb de heer Mulder leren kennen als rayonscommandant van de Korpsgestichtswacht Veenhuizen tijdens mijn verblijf in Cellengebouw de Rode Pannen in Veenhuizen. Tijdens opeenvolgende gevangenis straffen gedurende de afgelopen 25 jaar heb ik vijf á zes keer in deze inrichting een strafdetentie uitgezeten voor periodes van twee tot maximaal vijf weken. De eerste keer was dat in de periode 1976-’78, de laatste keer in ’91. Uit eerstgenoemde periode herinner ik mij een incident waarbij Mulder betrokken was.

 

In de badkamer werd ik door een aantal gestichtswachten geprovoceerd omdat ik te lange onder de douche zou staan. Onder meer werd het koud water aangezet. Toen ik mij verweerde, begonnen zij met een man of zeven op mij in te slaan en te schoppen. Dat was in aanwezigheid van hun commandant Mulder. Hij stond erbij te kijken zonder in te grijpen. Ik herinner mij hem als een grote, brede kerel tegen de.. (onleesbaar; president) meter, met diepzwart, achterovergekamd haar, rond de vijftig jaar oud. 

 

Bij de afranseling in de badkamer van de Pannen liep ik kneuzingen over het hele lichaam op; ribben, schouders, benen en armen. Later heb ik nog enkele malen klappen opgelopen in deze inrichting waarbij Mulder soms aanwezig was. Ik heb niet meegemaakt dat hij actief deelnam aan mishandeling, maar voor mij lijdt het geen twijfel dat hij er kennis aan had. Onder gedetineerden had hij een gewelddadige reputatie. Door zijn houding voelden ondergeschikten zich aangemoedigd om ons met harde hand tot de orde te roepen.’  

 

Lees het hele verhaal op: bron hansmelchersfonds.com