Marcel Jagt


GeWa 1968-1970

Een zeer korte periode waarin ik een kant van het Justitionele deel van de Nederlandse Staat heb mogen ontdekken.

Tijdens mijns militaire diensttijd heb ik zitten twijfelen om bij te tekenen als KVV’er, of te kiezen voor een burgerbaan. Het werd het laatste. Waarschijnlijk zoals meerderen van ons heb ik ook gereflecteerd op een advertentie in de krant om te solliciteren bij Justitie voor Gestichtswachter. (Nu denk ik: Alleen het woord al…). Niet echt wetende wat deze baan allemaal inhoudt. Er was geen Personal Computer, laat staan internet om eens te googelen. Met de summiere tekst in de krant deed je het. Maar de eerste stap was gezet.

 

De tweede stap was dat we bezoek kregen van de commandant der GeWa (Timmer?) uit Veenhuizen, helemaal naar Geleen, voor een gesprek, waarbij mijn moeder ook aanwezig was (moest?) zijn. Je kwam schijnbaar niet zomaar bij Justitie aan de bak. Gelukkig had ik niets op mijn kerfstok en was de vervulde militaire dienstplicht een goede basis. Of ik in die periode nog een keuring heb moeten ondergaan, weet ik eigenlijk niet meer, maar na een korte periode kreeg ik bericht dat men mij in Veenhuizen verwachte. Het werd en werden bijzondere lange reizen vanuit Geleen naar Assen en omgekeerd. Daar begon mijn opleiding, met meerdere nieuwe mannen uit de diverse winstreken. Zowel theorie als praktijk. Opnieuw met onbekenden optrekken en samenwerken in een onbekende wereld en hiërarchie. Nu, achteraf is in die korte periode veel gebeurd. 

 

We werden intern geplaatst, kregen uniformen en verdere uitrusting. Walter PP en een karabijn, werd de bewapening met de bijbehorende schietoefening. We werden bekend gemaakt met de wet- en regelgeving van het gevangeniswezen. Was het artikel 23 waarin de terugkeer naar de maatschappij een belangrijke was? Ook de opleidingsdagen in Den Haag hoorden bij de opleiding. Een gemengd gezelschap van GeWa en BeWa. Ik weet dat we met 5 jonge GeWa’s waren en tijdens het ontbijt de hits van die tijd luid meezongen, van Cliff Richard tot Ben Kramer. Tom Jones deed het ook altijd goed. Het werd ons niet altijd in dank afgenomen. Overdag de studie en ’s avonds de stad, een van onze collega’s kwam daar vandaan en kende dé kroegen.

 

Het waren interessante werkzaamheden en vooral omdat het de ‘buitenbewaking’ betrof, vond ik dit wel afwisselend. Leren in de praktijk. Je rondjes langs de complexen maken, begeleiden van een gedetineerde naar rechtbank, ziekenhuis, privébezoek, het begeleiden van werkgroepen die het veld ingingen, al dan niet bewapend. Je kwam nog eens ergens, je kreeg meer mensenkennis. Het leren omgaan met én het worden getest door de medewerkers en gedetineerden, vooral als een nieuw bent. Een herinnering die mij altijd is bijgebleven is, is een vraag tijdens een bewapende begeleiding van een werkgroep in het veld, die mij door een van de gedetineerden werd gesteld. “Als ik straks de benen neem, wat doe je dan?” Dat zijn van de momenten die niet zijn voorzien. Mijn antwoord was dan ook: “Dat zie en merk je op dat moment wel.” Het vervolg was een rustige dienst in het veld.

We werden ook getraind in diverse takken van zelfverdedigingssporten, boksen en judo. Een beetje sparren met elkaar en dan ook nog een examen afleggen. Overigens een zeer sympathieke sportleraar.

 

Wandelen, dat was een van de items die in Veenhuizen hoog in het vaandel stonden. Tja en je als dan toch intern bent en niet iedere keer de lange reis naar Limburg wilde maken…… Dus aansluiten bij de ‘wandelclub’, met als doel de 4-daagse van Nijmegen. Aangezien ik nog mijn dienstkistjes had, werd het lopen geen moeilijk verhaal. Oefentochten rond Veenhuizen, georganiseerde tochten in Groningen en andere omliggende plaatsen, met als hoogte punt de tweedaagse van Bern in Zwitserland. (Maar dat is een ander verhaal 😊) De 4-daagse hebben we allen tot een goed einde volbracht, niet geheel dopingvrij, maar was een bijzondere belevenis om dat met deze club te hebben meegemaakt.


Ook de opleiding bij de ME is me niet tegengevallen. In een week tijd zijn we gehard om te kunnen optreden in geval van calamiteiten. Dit liet niet lang op zich wachten, direct aansluitend aan de opleiding, zonder eerst naar huis te kunnen, werden we overgebracht naar Breda. Daar zijn we een aantal dagen gebleven en hebben we een keer moeten optreden en we waren geen figuranten. Ik zie nog de verbaasde blikken van een aantal gedetineerden die niet meer terug wilden naar hun cellen. Er marcheerden 12 wit gehelmde mannen met schild, een lange wapenstok en voorzien van een grote glimlach achter het vizier, naar binnen. Zonder enig noemenswaardig verzet konden we de onwillige weer insluiten. 

Doch, dit was nog niet het einde. Na Breda aansluitend door naar Arnhem, ook daar was het onrustig. We werden voor een paar gelegerd in Doetinchem. Gelukkig bleef het hierbij, geen inzet verlangd. Weer een leerproces afgesloten.

Omdat Veenhuizen best ver weg is van Geleen, heb ik gevraagd voor een plaatsing dichterbij en dit werd Vught. Een heel andere soort inrichting en werkzaamheden van buitenbewaking. Je draaide daar je diensten, het waren rondjes om het complex, naast woonoord Lunetten. Onder de GeWa’s waren dan ook een aantal oud KNIL’ers. Er heerste een bijzonder goede collegiale werksfeer. Uitstapje naar Londen staat me nog goed bij. Een paar dagen intern en dan een paar dagen naar huis, mooi kortbij.

 

In die periode waren er ook detacheringen, naar onder andere het huis van bewaring in Amsterdam (december 1969). Daar hielpen we dan uit bij de binnenbewaking, een leuke afwisseling. Toch kwam er een onverwacht einde aan mijn loopbaan bij de GeWa. Tijdens een nachtdienst, werd ik op mijn post geconfronteerd met een dubbele uitbraak. Twee mannen vonden het nodig om over het hek te springen. Bij de eerste springer heb ik een mondelinge waarschuwing gegeven, doch de tweede man kwam er meteen achteraan, de situatie werd bedreigend. Daar dit voor mij de eerste keer was om mee te maken én terugdenkend aan de vraag die mij eerder in dit verhaal werd gesteld, heb ik helaas het wapen moeten gebruiken. Wat dat betekent, kom je achteraf pas te weten. De twee zijn direct staande gehouden, maar de verdere afwikkeling van deze zaak heeft me aan het denken gezet. Is dit wat ik wil? Het heeft dan niet lang geduurd alvorens ik de beslissing heb genomen om een andere richting in te slaan.

 

Nee, ik heb beslist geen spijt van deze tijd en kijk er met een goed gevoel op terug. Tijdens deze periode heb ik ontdekt dat er in principe weinig voor nodig is om aan de andere kant van de ‘deur’ te komen. Uitzonderingen daargelaten.

Met vriendelijk groet Marcel Jagt