Op 11 jarige leeftijd verhuisde ik van het mooie Harlingen waar ik een onbezorgde jeugd had, waar ik mijn vrienden moest achterlaten naar het Overijsselse Deventer. Ik kwam met mijn ouders in een wijk te wonen waar vele gastarbeiders in dienst van Tomassen & Drijver woonde en vele woonwagenbewoners die hun wagen in ruilde voor een huis namen hun intrek in deze wijk.
Van het stadsfries wat ik behoorlijk sprak leerde ik de straattaal ik leerde de woonwagentaal (Bargoens) en leerde de cultuur en gewoonten die in een multiculturele wijk behoren. Je maakt vrienden en komt bij de vrienden thuis, als jonge jongen merkte je natuurlijk al dat het in deze gezinnen anders ging als bij jou thuis. De opvoeding was anders, je zag slaapkamers waar ze met 4 kinderen op sliepen en je zag natuurlijk dat vele gezinnen niet te besteden hadden van wat ik gewend was. In het weekend zag ik mijn familieleden wel eens een borreltjes of een flesje bier drinken in de middag of avonduren.
Maar wat mij als kind opviel dat bepaalde gezinnen al rond het middaguur behoorlijk dronken en het eten was vaak niet meer dan een kroketje of een patatje. Bij de woonwagenbewoners was vooral en dat valt nog steeds op keurig netjes in huis, daar leerde ik schoenen uit te doen voor binnenkomst. Op een middag was ik op mijn fietsje achter de flats waar ik woonde aan het crossen ik zag iemand aan de waterkant zitten die er opvallend uitzag en bij het naderen van deze persoon haalde hij net een vis uit het water.
De man begon tegen mijn op dat moment een mannetje van 12 jaar denk ik een voor mij indrukwekkend verhaal te vertellen. Hij kwam net uit de gevangenis en had een behoorlijke tijd gezeten, hij vertelde en dat kan ik mij als de dag van vandaag nog herinneren hoe het gevangenisleven was. Het was een tot op de dag van vandaag voor mij nog steeds een fascinerend verhaal, een verhaal wat indruk maakte en een verhaal die mijn levensweg heeft bepaald. De man met zijn zelfgemaakte tatoeages op zijn vingers waar love op stond, de armen vol namen ik denk van dierbaren vertelde vol passie tegen een 12 jarige.
Later begreep ik waarom. Op eens werd ik geroepen door een buurvrouw uit de flat met de vraag of ik naar huis wilde gaan mij moeder zocht mij vertelde ze mij. Bij thuiskomst heb ik zo op mijn sodemieter gehad dat moment zal ik nooit vergeten. Hoe kon ik het in mijn hoofd halen om met de grootste crimineel van Deventer aan het viswater te gaan zitten. Op dat moment kwam er een ommekeer in mijn leven, mijn beroepswens van vrachtwagenchauffeur en of zeeman vervloog. Vanaf dat moment wilde ik in de gevangenis werken, met dit soort mannen wilde ik gaan werken, ze waren interessant en ze trokken mij aan.
Zeven jaar later op mijn verjaardag 30 oktober kreeg ik als 19 jarige jongen te horen dat ik was aangenomen bij het gevangeniswezen, ik had alle testen doorstaan. Mijn opleiding als gestichtswachter zou binnen zeer korte tijd starten in Veenhuizen. Het was een koude winterdag in februari, ik moest mij melden bij de hoofdingang van het station van Assen. Daar zouden wij opgehaald worden met een bus door medewerkers van het ministerie van justitie. Zo rond de klok van 10.00 uur op een maandagmorgen verscheen er een echte gevangenisbus, zo’n blauwe met tralies voor de ramen. Ik herkende deze bus deze werd namelijk gebruikt bij de gijzeling van de Franse ambassade in 1974 in Den Haag dit was de eerste grote gijzeling in de Nederlandse geschiedenis.
De Japanse terroristen werden namelijk met deze bus naar Schiphol vervoerd. Bij het aankomen in Veenhuizen werden wij groepen verdeeld die een huisje toegewezen kregen. Ons huisje zou de eerst komende maanden de Oude gracht 22 zijn. Binnen 24 uur moest ik al bij majoor Timmer komen, ik dacht wat is dit nu. Het was een man met een Drents accent en die op zeer korte en krachtige toon mij heel duidelijk maakte dat ik de jongste gestichtswachter was die ooit is aangenomen. Het werd mij al snel duidelijk dat er met deze man niet te dollen viel na twee minuten stond ik dan ook weer buiten. Na twee maanden opleiding in Veenhuizen werd mijn standplaats bekend.
Het zou de strafgevangenis en het penitentiair ziekenhuis in Scheveningen worden. Op een maandag moest ik mij melden keurig in uniform kwam ik aan als jonge vent in het grote Den Haag. De Strafgevangenis in Scheveningen stond bekend als een bajes met extreem gevaarlijke gedetineerden. Als jonge jongen kwam ik oog in oog te staan met o.a. Klaas B, de Molukse kapers, Pieter M, Charlie d. S, Koos H een Nederlandse seriemoordenaar die in 1980 werd gearresteerd en in 1982 tot levenslang werd veroordeeld.
Ook kwam ik bekenden tegen uit Deventer, jongens die bij mij in de wijk woonden en die voor ernstige geweldsdelicten gedetineerd zaten. Na een aantal jaren Scheveningen werd ik overgeplaatst naar Zwolle, eerst gemeentepolitie en later naar het Huis van Bewaring aan de Menno van Coehoornsingel in Zwolle. Binnen twee jaar wilde ik weg, de directeur in die tijd Jan T een oud Limburgse mijnwerker vond dat ik de gedetineerden teveel aandacht gaf. Menig discussie volgde toen ik de opmerking maakte naar meneer T “we leven niet in de middeleeuwen en de tijd van de galg is voorbij” kreeg ik een overplaatsing naar Leeuwarden.
Het was vrijdag 17 november 1995 omstreeks 20.00 uur veranderde mijn leven in een klap. Ik zal er verder niet teveel op ingaan maar op deze avond kreeg ik een ernstig auto-ongeluk waarbij een vriendin om het leven kwam en ik een jaar lang in revalidatie moest. Tijdens mijn revalidatie miste ik de bajes, mijn collega’s en lekker een sigaretje roken bij de jongens op cel. Na 16 maanden mocht ik mij weer in mijn uniform hijsen, maar ik kon de trap niet meer op van de pijn, na drie uur lopen was ik kapot.
Mijn doelgroep zou ik nooit in de steek laten, vanaf mijn 19e jaar voel ik mij thuis binnen het milieu van jongens en meisjes die om wat voor reden dan ook op het verkeerde pad beland zijn. In 2008 ben ik begonnen in Nederland met de nazorg ex gedetineerden. Mijn organisatie begeleid mensen met een gedragsstoornis en een forensisch kader. Mensen die ik begeleidt hebben vaak een behoorlijk detentieverleden achter zich liggen.
Deze ex gedetineerden willen graag hun ervaringen vertellen vanaf de arrestatie, inverzekeringstelling, eis van de rechter, het gevangenisleven en het moment van vrijlating. Voor velen begint daar hun tweede straf. 80% van de Nederlandse gedetineerden hebben een afschuwelijk leven achter de rug voordat zij hun daad uitvoerde.
Het motto van C is "achter iedere deur schuilt een verhaal". C.R